Rosé wijn is al jarenlang geliefd bij een breed publiek. De prachtige roze kleur, het frisse karakter en de toegankelijkheid maken deze wijnsoort perfect voor allerlei momenten. Toch bestaan er nog veel misverstanden over rosé. Zo denken sommigen dat het een mengsel is van rode en witte wijn, iets wat bij kwaliteitsrosé juist absoluut niet het geval is.
In deze blog lees je hoe rosé écht wordt gemaakt, wat de verschillen zijn tussen stijlen, en waar je op kunt letten bij het kiezen van een goede fles.

Hoe wordt rosé wijn gemaakt?
Rosé wijn wordt meestal gemaakt van blauwe druiven. Het verschil met rode wijn zit ‘m in het contact met de schil. Bij rode wijn laat men de schillen langer mee gisten, waardoor de wijn zijn diepe kleur en stevige structuur krijgt. Bij rosé is dit contact veel korter: vaak slechts enkele uren.
Hierdoor neemt de wijn alleen een beetje kleur en lichte aroma’s over. Hoe langer het contact met de schil, hoe dieper de kleur van de rosé.
Er zijn ook rosés die op een andere manier worden gemaakt, zoals de zogenaamde ‘saignée’-methode. Hierbij wordt een deel van het sap vroegtijdig afgetapt uit een tank rode wijn. Dit zorgt voor een geconcentreerde rode wijn én een krachtige rosé.
Droge, fruitige of zoete rosé?
Rosé wijnen komen in allerlei stijlen. De bekendste is waarschijnlijk de droge, bleke rosé uit de Provence in Zuid-Frankrijk. Deze staat bekend om zijn frisse zuren, subtiele tonen van rood fruit en minerale afdronk. Perfect bij salades, vis of gewoon als aperitief.
Houd je meer van fruitig en lichtzoet? Dan zijn roséwijnen uit Spanje (zoals El Castilla), Portugal of Californië misschien meer jouw stijl. Deze wijnen hebben vaak aroma’s van aardbei, framboos en watermeloen, en zijn heerlijk bij pittige gerechten of juist bij zomerse desserts.
Er bestaan ook mousserende rosés – denk aan rosé prosecco of rosé champagne. Deze zijn elegant, feestelijk en combineren verrassend goed met sushi, schaal- en schelpdieren of lichte pasta’s.
Waar let je op bij het kiezen van rosé?
De kleur zegt niet alles, maar geeft wel een hint over de stijl. Bleke rosé is vaak droger en subtieler, terwijl een donkerdere rosé meestal voller en fruitiger smaakt. Kijk ook naar de druivenrassen: Grenache, Syrah, Cinsault en Mourvèdre zijn klassiekers voor droge rosé, terwijl Merlot of Zinfandel vaker in fruitige varianten voorkomen.
De herkomst is eveneens belangrijk. Provence, Languedoc en Tavel staan bekend om hun kwaliteit. Maar ook buiten Frankrijk vind je verrassend goede rosés uit Italië, Zuid-Afrika of zelfs Duitsland. Let bij het kopen van rosé wijn ook op de betrouwbaarheid van de verkoper. Een voorbeeld van een betrouwbare verkoper van hoogwaardige rosé wijn is Wijnbroeders.nl.
Rosé: het hele jaar door genieten
Hoewel rosé vaak geassocieerd wordt met zon en terras, kun je er het hele jaar van genieten. De lichtere varianten zijn ideaal in de lente en zomer, maar de vollere, kruidigere rosés passen ook goed bij herfstige maaltijden of bij gerechten van de barbecue. Kortom: rosé is veelzijdiger dan je denkt. Probeer eens een nieuwe stijl of een onbekend wijnland en ontdek jouw favoriete rosé!